In 1772 ontstond in de Oud-Katholieke Kerk in Den Haag een fel conflict tussen voorzangers Dorothee van der Swalem en Johanna Anthonia Scheen, over wie solo mocht zingen. Het leidde tot ruzie, juridische stappen en bemiddeling door de burgemeesters, waarna de familie De Haen uiteindelijk afstand deed van hun zitplaatsen.